Hoofdstuk 3: Tutorlezen
Auteurs: Marjet Feiken, Marion Kooi, Kyra Pilon en Kim Veldhuis
Organiseer regelmatige en kortdurende sessies voor het tutorlezen (drie keer in de week, 20 minuten).
Een goede relatie tussen tutor en tutee is essentieel om goed samen te kunnen werken.
Het regelmatig wisselen van de tutee/tutor-koppels zorgt ervoor dat de betrokkenheid hoog blijft.
Het is van belang dat het leesmateriaal aansluit bij het niveau en de interesses van de tutee.
Inleiding
Als leerkracht herken je het vast wel, je wil graag alle leerlingen zo goed mogelijk ondersteunen, maar je hebt hier weinig tijd voor. Bij tutoring krijgen leerlingen extra begeleiding, één-op-één of in groepjes (Onderwijskennis, 2021). Dit kan van een leerkracht of een andere volwassene zijn, maar het kan ook dat een minder vaardige en/of jongere leerling (tutee) ondersteund wordt door een meer vaardige en/of oudere leerling (tutor). In dit laatste geval gaat het om peer tutoring. Volgens Mijs et al. (2015) zijn de basisprincipes van effectieve tutoring door medeleerlingen en volwassenen gelijk. De grote kracht van tutoring ligt in dat er door ondersteuning van een tutor leerlingen meer oefening aangeboden kan worden. Het is daarbij wel belangrijk dat de tutor goed begeleid wordt door de leerkracht.
De afgelopen decennia is veel wetenschappelijk onderzoek gedaan naar de effecten van tutoring. Verschillende meta-analyses tonen aan dat tutoring een positief effect heeft op de prestaties van leerlingen (Cohen et al., 1982; Nickow et al., 2024). Een recente meta-analyse van Nickow et al. (2024) laat een gemiddelde effectgrootte van 0.28 zien op de algemene leerprestaties. Ook de meta-analyse van Dietrichson et al. (2017) naar interventies voor leerlingen uit gezinnen met een lage sociaaleconomische status laat een gemiddelde effectgrootte van 0.36 zien; met dit middelgrote effect is tutoring een van de meest effectieve interventies op het gebied van lezen. Uit deze meta-analyses kunnen ook conclusies worden getrokken wat betreft effectieve kenmerken van tutorprogramma’s (Nickow et al., 2020).
In dit hoofdstuk staat tutoring voor lezen centraal. Dit wordt ook wel tutorlezen genoemd. Paragraaf 8.1 zal dieper ingaan op tutorlezen als ondersteuningsstrategie. Vervolgens zullen in paragraaf 8.2 diverse tutorprogramma’s worden besproken, inclusief hun onderzochte effectiviteit. Afsluitend worden in paragraaf 8.3 praktische tips en richtlijnen gepresenteerd, waarmee je direct aan de slag kunt met tutorlezen op school.
3.1 Tutorlezen als Ondersteuningsstrategie
Bij tutorlezen leest een tutee onder begeleiding of met ondersteuning van een zogenoemde tutor. Het is van belang dat de tutor over een betere leesvaardigheid beschikt dan de tutee, zodat de tutee goed ondersteund kan worden (Vernooy & Egbertsen, 2012). Bij deze ondersteuning kan gedacht worden aan het geven van correctieve feedback en het aanmoedigen van de tutee. Tutorlezen moet gezien worden als een aanvulling op groepsinstructie en niet als vervanging ervan. Het primaire doel van tutorlezen is het bevorderen van de technische leesvaardigheid van de tutee. Bij peer tutoring kan zowel de leesvaardigheid van de tutee als de tutor verbeteren (Mijs et al., 2015).
Om tutorlezen zo effectief mogelijk te laten verlopen, is het belangrijk dat dit meerdere malen per week wordt ingezet in kortdurende sessies van ongeveer 20 minuten (Topping, 2014). Verder is een goede relatie tussen tutor en tutee een voorwaarde voor succes (Mijs et al., 2015; Woolley, 2011). Tutoren moeten goed geïnformeerd zijn over de manier waarop zij de tutees het beste kunnen ondersteunen. Bovendien moet het gebruikte leesmateriaal zorgvuldig worden geselecteerd op basis van de interesses en het niveau van de tutee.
Ten slotte kan het gunstig zijn om één keer per maand te wisselen in de samenstelling van de tutor–tutee koppels om diversiteit en dynamiek te behouden (Vernooy & Egbertsen, 2012). Echter, het is van belang om deze wisseling niet vaker dan één keer per maand te laten plaatsvinden, omdat er anders te weinig tijd is om de tutor–tutee koppels een goede band op te bouwen.
Binnen het tutorlezen neemt de tutor de rol aan van coach voor de tutee, waarbij gewerkt kan worden aan de volgende drie gebieden (Mijs et al., 2015):
- Voorlezen en begrijpend luisteren. Hierbij leest de tutor voor aan de tutee.
- Technisch lezen. Dit is gericht op verbetering van nauwkeurigheid en vlotheid in het lezen.
- Begrijpend lezen/tekstverwerking/toepassing van leesstrategieën.
Tutorlezen wordt ingezet om de leesvaardigheid van zwakke tot gemiddelde lezers te verbeteren. Hierbij geldt dat vooral de 10%–20% zwakste lezers nog meer specifieke ondersteuning van de leerkracht nodig hebben (Mijs et al., 2015). Deze ondersteuning kan bijvoorbeeld in de vorm van verlengde instructie worden aangeboden. Dit is goed te realiseren in combinatie met tutorlezen.
Zoals al eerder werd aangegeven, kan tutorlezen helpen om de technische leesvaardigheid te verbeteren. Een meta-analyse specifiek gericht op tutorlezen toont aan dat tutorlezen een gemiddelde effectgrootte van 0.35 laat zien voor de leesprestaties (Nickow et al., 2020). Daarnaast zijn er diverse andere voordelen verbonden aan tutorlezen, voor zowel tutor als tutee bij peer tutoring. Zo blijkt uit verschillende onderzoeken dat het tutorlezen ook een positief effect kan hebben op het tekstbegrip (Mijs et al., 2015; What Works Clearinghouse, 2012) en de leesmotivatie (Monteiro, 2013; Woolley 2011). Ook zouden zowel de tutor als de tutee meer zelfvertrouwen krijgen door het tutorlezen (Topping, 2014). Ten slotte wordt bij het tutorlezen een beroep gedaan op sociale vaardigheden, omdat samengewerkt wordt tussen de tutor en tutee. Kortom, tutorlezen kan op verschillende aspecten voordelen met zich meebrengen.
3.2 Effectieve Tutorprogramma’s
Tutorlezen kan op verschillende manieren worden vormgegeven. Als school kun je ervoor kiezen om gebruik te maken van een bestaand programma voor tutorlezen of je kunt dit zelf vormgeven. Er komen de afgelopen jaren steeds meer tutorprogramma’s op de markt waarbij de ondersteuning via een digitale device plaatsvindt (Ma et al., 2014). Er zijn ook veel scholen die zelf tutoringsprogramma’s opzetten. In deze paragraaf bespreken we een aantal bestaande tutorleesprogramma’s.
Bouw!
Bouw! is een programma dat voorziet in extra instructie, oefening en ondersteuning in (voorbereidend) lezen van leerlingen. Het programma is bedoeld voor leerlingen in groep 2 tot en met 4 die risico lopen op een leesachterstand en leesproblemen (Van der Leij, z.d.). De leerling leert met behulp van een computerprogramma en wordt daarbij ondersteund door een tutor. Het programma bestaat uit online lessen waarbij de tutee de leerstof aanleert, oefent, herhaalt en toepast. Tutoren krijgen hierbij instructie hoe zij de tutees kunnen helpen en de interne begeleider of leerkracht houdt het overzicht over de werkwijze van het programma. Bouw! is erop gericht om vroegtijdig ondersteuning te bieden (Van der Leij, z.d.).
De effectiviteit van Bouw! is onderzocht en er werden positieve effecten gevonden (Zijlstra et al., 2021). Door de frequente oefening gingen leerlingen vooruit in het woordlezen. Daarnaast was ook verbetering te zien bij het vloeiend lezen van teksten en spelling van leerlingen.
De BliksemBende
De BliksemBende is een digitaal tutorprogramma dat gericht is op lezen voor leerlingen in groep 3 en 4 van het basisonderwijs (Success for All Nederland, z.d.). Het tutorprogramma is van oorsprong een onderdeel van het Amerikaanse schoolverbeteringsprogramma Success for All, maar wordt ook als losstaand tutorprogramma ingezet. Bij De BliksemBende wordt met twee duo’s tegelijkertijd gewerkt, begeleid door een volwassene als tutor. De duo’s werken spelenderwijs aan activiteiten die deel uitmaken van een verhaal. In dit verhaal werken de leerlingen door middel van zes verschillende spellen aan vloeiend lezen, letters lezen, woorden lezen, spelling, woordenschat en begrijpend lezen. Binnen de duo’s wisselen de leerlingen tussen de rol van lezer of maatje, waarbij het maatje de lezer coacht en controleert. De tutor begeleidt de leerlingen en de tutorcoördinator begeleidt het programma op de school en ondersteunt daarbij de tutor (Success for all Nederland, z.d.). De duo’s worden ingedeeld op basis van een vergelijkbaar niveau. Dit wordt gedaan zodat het duo samen, onder begeleiding van een tutor, een hoger niveau kan bereiken. Elke dag wordt 25 minuten gewerkt aan de leesvaardigheden. De vooruitgang van de leerlingen wordt bijgehouden door toetsen die de tutor afneemt wanneer het duo klaar is met één verhaal. De resultaten worden in het beheerdersportaal gezet en hierin kan de voortgang van de leerlingen worden gemonitord. Deze vooruitgang wordt gevierd middels een puntensysteem gericht op het creëren van succeservaringen (Success for All Nederland, z.d.).
De BliksemBende is gebaseerd op het in de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk gebruikte programma Tutoring with the Lightning Squad. In het onderzoek van Ross et al (2017) was een impact van Tutoring with the Lightning Squad te zien bij complexe vaardigheden die betrekking hebben op woordsynthese (het samenvoegen van klanken tot een woord) en tekstbegrip, maar niet voor het lezen van enkel letters en woorden (Ross et al., 2017). In andere onderzoeken werden ook positieve effecten gevonden van Tutoring with the Lightning Squad (Wang et al., 2023; Bibby et al., 2023). In Nederland wordt de interventie op dit moment onderzocht.
Flits!
Flits! Tutorlezen is een methodeonafhankelijk en computergestuurd programma dat het automatiseren van het leesproces op woordniveau en directe woordherkenning bevordert (L&W Ede-Wageningen B.V., 2021). Bij dit programma komt één-voor-één een woord of woordgroep in beeld: de leerling leest dit woord voor en de tutor controleert of dit goed is. De tutor kiest uit een smiley, dit betekent goed en door naar het volgende woord, of de herhaalknop, dit betekent dat de leerling het moet verbeteren, of het oortje zodat de leerling het woord kan horen. Hierbij staat het verbeteren van de technische leesvaardigheid van zwakke en matige lezers van groep 3 tot en met groep 8 centraal. Het tutorlezen zorgt voor verbetering van leessnelheid en nauwkeurigheid. In de sessies wordt aandacht besteed aan klankherkenning en tempolezen door middel van verschillende online-oefeningen. Aangeraden wordt om drie à vier keer per week gedurende 10 tot 15 minuten te oefenen in een rustige leeromgeving. De tutor kan zowel een medeleerling, professionele of niet-professionele tutor zijn.
Flits! Tutorlezen is gebaseerd op uitgangspunten die bewezen effectief zijn voor zwakke lezers (Lexima, z.d.). De effectiviteit van de interventie wordt momenteel onderzocht. In een onderzoek van de Universiteit van Amsterdam worden momenteel zwakke lezers gevolgd uit groep 4, groep 5 en groep 6 om de effectiviteit van het programma te onderzoeken (Nationaal Regieorgaan Onderwijsonderzoek, z.d.).
3.3 Praktische tips en richtlijnen om direct aan de slag te gaan
Tutorlezen kan vrij eenvoudig in de praktijk worden ingezet. Veel Nederlandse scholen passen tutorlezen al toe via bestaande, of door leerkrachten zelf vormgegeven, programma’s. Uit de positieve resultaten van tutorlezen blijkt dat tutorlezen een goede toevoeging kan zijn voor zwakke lezers. Er zijn, zoals eerder beschreven, verschillende manieren waarop tutorlezen geïmplementeerd kan worden en scholen hebben hierbij de vrijheid om te kiezen hoe tutorlezen ingezet wordt.
Verschillende onderzoeken (Topping, 2014; Woolley, 2011; Mijs et al., 2015; Vernooy & Egbertsen, 2012) beschrijven punten die van belang zijn voor een effectieve toepassing van tutorlezen. Als een school besluit om tutorlezen in te zetten, is het van belang om schoolbrede afspraken te maken. Dit omvat afspraken over de organisatie, de inhoud van het programma, en de frequentie en duur van de sessies. Een weekplanning waarbij de leeslessen en het tutorlezen op een vast moment zijn ingepland, kan hierbij houvast geven. Een voorbeeld van een weekplanning is te zien in Figuur 4. De weekplanning is gebaseerd op de richtlijnen die Topping (2014) stelt aan de frequentie en duur van tutorleessessies. Deze weekplanning zou schoolbreed gebruikt kunnen worden.
Daarnaast is het belangrijk om te kijken hoe het tutorlezen inhoudelijk kan worden ingevuld. De tutor kan een zin voorlezen die vervolgens door de tutee wordt herhaald. Daarna leest de tutor de zin nogmaals voor (Mijs et al., 2015). De tutor kan bijvoorbeeld ook de gehele tekst eerst hardop voorlezen terwijl de tutee meeleest. Daarna leest de tutee de tekst zelfstandig en hardop voor (Mijs et al., 2015; Wright & Cleary, 2006). Een mogelijkheid hierbij is dat tutor en tutee samen beginnen met lezen en de tutee vervolgens zelfstandig doorgaat met voorlezen. Het is van belang dat de tutor de tutee aanmoedigt en waar nodig verbetert (Topping, 2014). Voorafgaand aan het lezen vindt er een oriëntatie op het onderwerp en de tekst plaats. Daarna leest de tutee de tekst hardop voor en verbetert de tutor eventuele fouten van de tutee. Tot slot lezen de tutor en tutee samen de lastige woorden opnieuw en wordt de inhoud van de tekst besproken (Mijs et al., 2015).
Bij het corrigeren van de tutee door de tutor is het belangrijk om de tutee voldoende tijd te geven om zichzelf te verbeteren. Dit houdt in dat de tutor wacht alvorens de tutee te verbeteren. Dit kan door een hint te geven of het woord juist uit te spreken, waarna de tutee dit woord herhaalt (Mijs et al., 2015; Oostdam et al., 2014; Topping, 2014).
Een belangrijk aspect van het tutorlezen, zowel bij het volgen van een vast programma als bij het implementeren van een zelf ontworpen aanpak, is het monitoren van de ontwikkeling van de leerlingen (Mijs et al., 2015). Het is handig als de tutor(en) na elke sessie een terugkoppeling geven aan de leerkracht. De bijgevoegde tutorkaart (Bijlage 1) kan daarbij helpen. Na elke sessie vullen de tutoren een regel in, waarin zij aangeven hoe de sessie is verlopen en eventuele struikelblokken van de leerling benoemen. Op deze manier kan de leerkracht de voortgang makkelijk en op elk moment inzien.
Conclusie
Uit de wetenschappelijke literatuur blijkt dat tutorlezen een van de meest effectieve strategieën is voor het bevorderen van leesvaardigheid voor zwakke lezers. Met de praktische toepassingen kun je gelijk in de praktijk aan de slag met tutorlezen. Doordat er veel verschillende programma’s beschikbaar zijn, kan de school een programma kiezen dat goed aansluit bij de behoeften van de leerlingen. Daarnaast is het ook mogelijk om een zelf ontworpen aanpak op te zetten. Al met al biedt tutorlezen een effectieve aanpak om de leesvaardigheid van leerlingen te verbeteren.
Literatuurlijst
Bibby, A., Charman, P., Fischer, M., & Hilton, E. (2023). FFT Tutoring Data Impact Report: 2021-2022. FFT Education. https://www2.fft.org.uk/tutoring-data-impact-repor
Blok, H., Boendermaker, C., & Oostdam, R. (2011). Begeleid hardop lezen, een effectieve methodiek voor zwakke lezers; handleiding voor de schoolpraktijk. Lectoraat Maatwerk Primair.
Blok, H., Oostdam, R., & Boendermaker, C. (2012). Effecten van begeleid hardop lezen van teksten op technisch lezen, begrijpend lezen, woordenschat en leesplezier bij zwakke lezers in de leerjaren vier tot en met zes. Pedagogische Studiën, 89(2), 88–103. https://pedagogischestudien.nl/article/view/14281
Cohen, P. A., Kulik, J. A., & Kulik, C.-L. C. (1982). Educational outcomes of tutoring: A Meta-analysis of findings. American Educational Research Journal, 19(2), 237–248. https://doi.org/10.3102/00028312019002237
Danilevich, O. (z.d.). Tutorlezen [Afbeelding]. Pexels, van https://www.pexels.com/nl-nl/foto/mensen-notitieboekje-bloc-note-pen-5088189/
Dietrichson, J., Bøg, M., Filges, T., & Klint Jørgensen, A.-M. (2017). Academic interventions for elementary and middle school students with low socioeconomic status: A systematic review and meta-analysis. Review of Educational Research, 87(2), 243–282. https://doi.org/10.3102/0034654316687036
Feiken, M., Kooi, M., Philon, K. & Veldhuis, K. (2024a) Voorbeeld weekplanning [Figuur 4]. Gemaakt in Canva.
Feiken, M., Kooi, M., Philon, K. & Veldhuis, K. (2024b) Reflectie tutorsessie [Figuur 2]. Gemaakt in Canva
Greenwood, C. R., Carta, J. J., & Hall, R. V. (1988). The use of peer tutoring strategies in classroom management and instruction. School Psychology Review, 17(2), 258–275. https://doi.org/10.1080/02796015.1988.12085342
Lexima (z.d.). Flits! Tutorlezen: Automatiseert het leesproces op woordniveau. Geraadpleegd op 5 maart 2024 via: https://lexima.nl/flits-tutorlezen/ , van https://lexima.nl/flits-tutorlezen/
L&W Ede-Wageningen B.V. (2021). Handleiding Flits! Tutorlezen: Effectieve hulp voor leerling en leerkracht. Lexima.
Ma, W., Adesope, O. O., Nesbit, J. C., & Liu, Q. (2014). Intelligent tutoring systems and learning outcomes: A meta-analysis. Journal of Educational Psychology, 106(4), 901–918. https://doi.org/10.1037/a0037123
Madden, N. A., & Slavin, R. E. (2017). Evaluations of technology-assisted small-group tutoring for struggling readers. Reading & Writing Quarterly, 33(4), 327–334. https://doi.org/10.1080/10573569.2016.1255577
Mijs, D., Egbertsen, T., Oude Kamphuis, K., & Vernooy, K. (2015). Peer tutoring: Een effectieve methodiek om de leesresultaten en de leesmotivatie te verbeteren. Expertis Onderwijsadviseurs.
Monteiro, V. (2013). Promoting reading motivation by reading together. Reading Psychology, 34(4), 301–335. https://doi.org/10.1080/02702711.2011.635333
Nationaal Regieorgaan Onderwijsonderzoek. (z.d.). Flits! Tutorlezen. Informatie webinar onderzoeksscholen [PowerPoint slides]. Geraadpleegd op 5 maart 2024, van https://www.nro.nl/sites/nro/files/media-files/flits_tutorlezen.pdf
Nickow, A., Oreopoulos, P., & Quan, V. (2020). The impressive effects of tutoring on PreK-12 learning: A systematic review and meta-analysis of the experimental evidence (NBER Working Paper No. 27476). National Bureau of Economic Research.
Nilov, M. (z.d.). Samen lezen [Afbeelding]. Pexels, van https://www.pexels.com/nl-nl/foto/mensen-zitten-school-onderwijs-8923026/
Onderwijskennis (2021). Tutoring door medeleerlingen. https://www.onderwijskennis.nl/kennisbank/tutoring-door-medeleerlingen
Oostdam, R., Blok, H., & Boendermaker, C. (2014). Begeleid hardop lezen blijkt effectief bij zwakke lezers. Remedial Teaching, 22(2), 22–25.
Ross, S. M., Laurenzano, M., & Madden, N. A. (2017). An evaluation of the Lightning Squad computer-assisted small group tutoring program on the reading achievement of disadvantaged students in Grades 1-3. Center for Research and Reform in Education.
Success for All Nederland. (z.d.). De BliksemBende. Geraadpleegd op 5 maart 2024 via: https://successforall-nederland.nl/de-bliksembende-tutoring-lezen-digitaal tutorprogramma/, van https://successforall-nederland.nl/de-bliksembende-tutoring-lezen-digitaal-tutorprogramma/
Topping, K. J. (2014). Paired reading and related methods for improving fluency. International Electronic Journal of Elementary Education, 7(1), 57–70. https://www.iejee.com/index.php/IEJEE/article/view/64
Van der Leij, A. (z.d.). Wat zegt onderzoek over gebruik en effectiviteit van Bouw!? Lexima.nl. Geraadpleegd op 5 maart 2024, van https://lexima.nl/wat-zegt-onderzoek-over-gebruik-en-effectiviteit-van-bouw/
Vernooy, K., & Egbertsen, T. (2012). Leerlingen helpen effectief medeleerlingen. Basisschoolmanagement, 8, 8–12.
Wasik, B. A., & Slavin, R. E. (1993). Preventing early reading failure with one-to-one tutoring: A review of five programs. Reading Research Quarterly, 28(2), 179–200. https://doi.org/10.2307/747888
Wang, X., Neitzel, A. J., & Madden, N. (2023). Lightning Squad: Assessing the Dosage Effect of Computer-Assisted Tutoring with Cooperative Learning for Struggling Readers.
What Works Clearinghouse (2012). Peer-Assisted Learning Strategies. Institute of Educational Sciences.
Woolley, G. (2011). Reading comprehension: Assisting children with learning difficulties. Springer.
Wright, J., & Cleary, K. S. (2006). Kids in the tutor seat: Building schools’ capacity to help struggling readers through a cross‐age peer‐tutoring program. Psychology in the Schools, 43(1), 99–107. https://doi.org/10.1002/pits.20133
Zijlstra, H., Van Bergen, E., Regtvoort, A., De Jong, P. F., & Van Der Leij, A. (2021). Prevention of reading difficulties in children with and without familial risk: Short-and long-term effects of an early intervention. Journal of Educational Psychology, 113(2), 248.