"

4.2 Het scriptiebegeleidingsdocument

Begeleiding bij het schrijven van een scriptie – mw. mr. dr. L.J.J. Peters  

(cohort: voorjaar 2025)

Beste scriptiestudent,

Je bent begonnen met het schrijven van je scriptie. Een spannend (en ook leuk) traject, want hiermee ga je je rechtenstudie afsluiten!

De leden van de vakgroep strafrecht begeleiden dit jaar veel studenten die in het strafrecht willen afstuderen. Dat maakt dat wij waarde hechten aan het maken van afspraken ten aanzien van de (wijze van) begeleiding. Zo weet jij wat je van ons kunt verwachten, en omgekeerd wij ook van jou.

Om de afspraken over en weer helder te hebben, volgt in dit document meer informatie over het begeleidingstraject.

Tijdsinvestering

 

Je scriptie is goed voor 12 EC, wat gelijk staat aan 336 uur. Dit betekent ongeveer 11 weken of drie volle maanden, waarbij je vijf dagen per week zes uur per dag werkt. De meeste studenten zijn minimaal vier maanden intensief bezig met hun scriptie (ongeveer 25 uur per week). Als je het schrijven van je scriptie combineert met andere bezigheden, moet je extra tijd inplannen.

Uit meerdere jaren ervaring met het begeleiden van scripties blijkt dat het schrijven van een scriptie in principe goed te combineren is met het studeren voor maximaal twee tot drie (her)tentamens of het volgen van een stage van maximaal twee dagen per week. Echter, de meeste studenten slagen er niet in om hun scriptie op tijd af te ronden (d.w.z. binnen een semester) wanneer zij meer activiteiten ondernemen.

In dit verband is het goed om te weten dat ik je gedurende één semester kan begeleiden. Als je uitloopt, lees ik alleen nog de concept- en definitieve eindversie van je scriptie. Als je dus een stage van drie of meer dagen per week wilt volgen, of nog vier hertentamens of drie vakken moet volgen, raad ik je sterk aan om te overwegen je scriptie pas een semester later te beginnen. Op die manier kun je het meeste uit je begeleiding halen.

Deadline inleveren scriptie

 

De deadline voor het inleveren van je scriptie ligt op 25 juni 2025(voorbeeld) (zie bijlage).

Van deze deadline wordt in geen geval afgeweken.

Lever je om welke reden dan ook je scriptie later in dan op de genoemde datum, dan zul je je scriptie zelfstandig af moeten werken, en lever je de complete conceptversie op enig moment na 1 september bij mij in.

De scriptiebegeleiding

 

Begeleidingsperiode

Mijn begeleidingsperiode ligt tussen: 3 februari 2025 en 25 juni 2025 (voorbeeld).

Binnen deze periode mag je mij je teksten sturen, mij mailen met vragen en zal ik je stukken binnen de hierna aangegeven tijd van feedback voorzien.

Inlevermomenten

Je kunt iedere maand één keer een of meerdere afgeronde hoofdstukken inleveren (per e-mail). Zie de bijlage voor vastgestelde inleverdata. Eerder inleveren mag altijd, maar mijn feedback komt in beginsel niet eerder dan een week na de aangegeven inleverdatum.

NB Stuur steeds je eerdere (verbeterde) teksten mee en voorzie al je teksten van naam, datum, paginanummers. Vergeet ook niet om steeds de (aangepaste) literatuurlijst bij te voegen!!

De vormvoorschriften voor in te leveren teksten

Uiteraard is het de bedoeling dat je steeds een zo goed mogelijk afgewerkte tekst inlevert.

Neem daarbij de volgende vormvoorschriften in acht bij het inleveren van concept-hoofdstukken (voor de eindversie zie verderop):

* Lettertype: Times new roman

* Lettergrootte: 12

* Regelafstand: 1,5

En: volg steeds de Leidraad voor juridische auteurs!

Taal

Je tekst moet in goed Nederlands zijn opgesteld, d.w.z. doe steeds alsof het een eindversie betreft. Dit is heel belangrijk: teksten met veel taalfouten lees ik niet en voorzie ik dus ook niet van (inhoudelijke) feedback. Je loopt hierdoor vertraging op.

Drie tips om een taalkundig zo goed mogelijke tekst in te leveren, zijn:

* Gebruik de spellingscontrole (!!).

* Lees altijd je tekst nog een keer hardop aan jezelf voor voordat je deze inlevert.

* Laat je tekst door een ander (mee)lezen.

Correcties

Ik voorzie ieder ingeleverd hoofdstuk van feedback, in beginsel door middel van word track changes en het plaatsen van opmerkingen in de marge. Elke tekst lees ik in beginsel één keer. Heb je vragen over de correcties, laat het mij weten.

Gespreksmomenten

Heb je een tekst ingeleverd, dan volgt de week daarna een kort gesprek met feedback op je tekst. Zie de bijlage voor de vast te stellen data. De data en tijdstippen van deze gesprekken worden tijdens ons eerste gesprek besproken, en vervolgens in beginsel niet verschoven. Kun je niet op de voorgestelde data, laat het mij dan zo snel mogelijk even weten bij aanvang van het begeleidingstraject.

Lever je op de afgesproken inleverdatum geen tekst in, dan vindt er geen gesprek plaats en zul je moeten wachten tot het volgende inlever- en gespreksmoment.

Verder geldt…

  • Heb je vragen, kom je er niet uit of heb je vertraging opgelopen, geef het op tijd bij mij aan. Als ik op de hoogte ben van een probleem, kunnen we altijd proberen om in overleg een goede oplossing te vinden.
  • Het schrijven van een scriptie is altijd je eigen verantwoordelijkheid. Het is verstandig mijn aanwijzingen op te volgen,maar jij bepaalt zelf hoe het  eindproduct er (inhoudelijk) uitziet.
  • De plagiaatcontrole vindt plaats op de eindversie.

Het scriptietraject

In beginsel bepaal jij hoe je te werk gaat. Wellicht ben je iemand die goed voor ogen heeft hoe je eindproduct eruit moet komen te zien en stel je geen prijs op veel feedback of begeleiding. Dat is geen probleem. Heb je wel wat houvast nodig en een stok achter de deur (dit geldt overigens voor veruit de meeste studenten), dan raad ik je aan het volgende stappenplan te volgen. Hierop zijn de inleverdata afgestemd.

1) Opstartfase deel 1: 1 week

Maak een (aangepast) schrijfplan, incl. een overzicht van verzamelde en te verzamelen bronnen. Verzamel dus alvast je bronnen zover dit mogelijk is.

Zie bijlage 1 voor het opstellen van een schrijfplan. Beantwoord de vragen die gesteld worden in dit document zo bondig maar wel volledig/precies mogelijk!

2) Opstartfase deel 2: 1 week

Schrijf een concept-inleiding van ongeveer 3 pagina’s. Hou de volgende volgorde aan: introductie onderwerp/aanleiding voor je onderzoek, probleemstelling, leeswijzer met deelvragen (wat ga je waar bespreken?), de te gebruiken/gebruikte onderzoeksmethode, en de eventuele aanwijzingen bij het lezen van je onderzoek.

3) Inhoudelijk hoofdstuk 1 (vooral beschrijvend): 4 weken

Schrijf je eerste onderzoekshoofdstuk. Dit wordt een (vooral) beschrijvend hoofdstuk. Begin met een inleiding waarin je je deelvraag opwerpt en eindig met een tussenconclusie.

4) Inhoudelijk hoofdstuk 2 (vooral beschrijvend): 4 weken

Schrijf je tweede onderzoekshoofdstuk. Begin met een inleiding waarin je je deelvraag opwerpt en eindig met een tussenconclusie.

5) Inhoudelijk hoofdstuk 3 (vooral beschrijvend, maar ook evaluerend): 4 weken

Schrijf je derde onderzoekshoofdstuk. Begin met een inleiding waarin je je deelvraag opwerpt en eindig met een tussenconclusie. Let goed op argumentatie.

6) Samenvatting en conclusie: 2 weken

Schrijf nu een résumé van je onderzoeksresultaten en kom tot een conclusie (= beantwoording van je hoofdvraag) en eventuele aanbevelingen.

7) Afwerking scriptie: 2 weken

Hou twee weken over om vertragingen op te vangen en je onderzoek mooi af te ronden. Je mag je scriptie per mail inleveren. Ik zorg dat deze bij de tweede beoordelaar terechtkomt. Ook ontvang ik graag een samenvatting van je scriptie in digitale vorm.

NB: Tijdens mijn leestijd is het verstandig steeds alvast verder te werken aan je volgende tekst.

Overige relevante informatie

Omvang van de scriptie

De scriptie moet tussen de 10.000 en 11.000 woorden tellen (met afwijking van 10%).

Dat betekent:

* bij 500 woorden per pagina: 30 – 34 pagina’s

* bij 450 woorden per pagina: 33 – 38 pagina’s

Dit is exclusief voetnoten, inhoudsopgave, literatuurlijst en eventuele bijlagen.

Let op: schrijven is schrappen!

Hoofdstukken kunnen in een eerste concept wat langer uitvallen. Dat geeft niet, maar dan moet er (aan het einde) worden geschrapt. Houd hier rekening mee.

Als uitgangspunt kun je je bij het schrijven van de concept-hoofdstukken richten op de volgende woordenaantallen:

Hoofdstuk 1 (Inleiding):               ca. 1.500 woorden

Hoofdstuk 2:                                  min. 4.000 – max. 5.000 woorden

Hoofdstuk 3:                                  min. 4.000 – max. 5.000 woorden

Hoofdstuk 4:                                  min. 4.000 – max. 5.000 woorden

Hoofdstuk 5 (Conclusie):             ca. 1.500 woorden

NB Een en ander hangt natuurlijk sterk af van je onderwerp, de thema’s van je inhoudelijke hoofdstukken en het aantal hoofdstukken. Lever in ieder geval geen inhoudelijke concept-hoofdstukken in van méér dan 7.000 woorden.

Lay-out eindproduct

Neem voor je eindproduct een standaard lay-out in acht. Dat wil zeggen:

– Lettertype: Times new roman

– Lettergrootte: 12 voor hoofdtekst en 10 voor voetnoten

– Regelafstand: 1

– Ruime kantlijnen (normale marges)

– Teksten uitvullen

Gebruik van bronnen

Schrijf nooit letterlijk (een deel van) een regel over uit een ander werk zonder dit tussen aanhalingstekens (citeertekens) te zetten én in een voetnoot de bron erbij te vermelden!!

Ik voer een plagiaatcontrole uit over je definitieve eindversie.

Citaten

Lange citaten gaan ten koste van je eigen inbreng. Vraag jezelf dus af of het functioneel is om te citeren of dat je beter zelf kan samenvatten. Ook bij een eigen samenvatting van de tekst van een ander moet een voetnoot worden geplaatst met bronvermelding.

Voetnoten

Zie de ‘Leidraad voor juridische auteurs’ (eventueel via Kluwer op internet).

Gebruik bij voorkeur een lijst van ‘verkort aangehaalde literatuur’ om de noten kort te houden.

Wees NIET zuinig met voetnoten; drie tot vijf noten per pagina is ongeveer het minimum.

Zet een punt achter elke voetnoot.

Opsommingen

Maak géén gebruik van visualisaties bij opsommingen, zoals bolletjes, aandachtstreepjes etc. Het volgende is dus niet toegelaten:

“De Commissie gaf de volgende redenen om het plan van de Minister af te wijzen:

  • onvoldoende garanties tegen aanzuigende werking
  • concurrentie met dienstverlening
  • onvoldoende ervaring met dienstverlenging”

Maak in plaats daarvan een volledige zin per onderdeel of gebruik de komma tussen de te onderscheiden factoren. Dus:

“De Commissie gaf drie redenen om het plan van de Minister af te wijzen. Ten eerste wees de Commissie op het gevaar van aanzuigende werking. Er waren in de ogen van de Commissie namelijk onvoldoende garanties ingebouwd om te voorkomen dat (…)  In de tweede plaats zag de Commissie als gevaar dat de nieuwe straf zou concurreren met dienstverlening. Dit zou als gevolg kunnen hebben (…) Ten slotte was er in de ogen van de Commissie ook onvoldoende ervaring opgedaan met de nog vrij recente straf van dienstverlening. (…) ”NB zie hierboven het gebruik van signaalwoorden!

Kopjes en de titel

Gebruik geen onderstrepingen en zet geen punt achter een kopje.

Vermijd vragen in titels en kopjes

M.b.t. de titel: de hoofdtitel moet kort en krachtig zijn. Een ondertitel mag, maar hoeft niet. Vermeld niet de hoofdvraag in je ondertitel!

Alinea’s

Bij nieuwe alinea’s inspringen door middel van de TAB-functie. Maak spaarzaam gebruik van witregels!

Stijl

– Vermijd het gebruik van het onpersoonlijk voornaamwoord ‘men’ en geef aan wie je precies bedoelt. Bedenk steeds bij het gebruik van verwijzende voornaamwoorden (die, dat, deze, dit,) of het op het juiste zelfstandig naamwoord terugslaat.

– Vermijd het gebruik van het woord ‘je’ en overige spreektaal.

– Maak gebruik van verbindingszinnen (maak een bruggetje naar de volgende alinea of de volgende paragraaf of hoofdstuk, neem de lezer als het ware aan de hand mee in jouw gedachtestroom.

Literatuurlijst

Zie de Leidraad. Volg de instructies precies op. Let in het bijzonder op als je verwijst naar commentaren zoals Tekst en Commentaar van Cleiren en Nijboer. Onder aan de pagina staat de auteur van de betreffende tekst. Die auteur moet worden vermeld en het jaartal en de aantekening bij het artikel of de pagina. In de literatuuropgave achterin neem je de volledige bron op, met begin en eindpagina van de bijdrage van de betreffende auteur aan het verzamelde commentaar. Verkort wordt het bijvoorbeeld: Hofstee 2000, aant. 1 bij art. 38c Sr.

Beoordelingscriteria:

Je scriptie wordt beoordeeld aan de hand van de beoordelingscriteria genoemd in het Scriptiereglement van de Faculteit Rechtsgeleerdheid.

Deze criteria betreffen:

– inhoud

– argumentatie

– structuur en opbouw

– begrijpelijkheid en aantrekkelijkheid van het taalgebruik

– correctheid van het taalgebruik

– zelfstandigheid in het onderzoek

– originaliteit van het onderzoek

– beheersing van (specifieke) onderzoeksvaardigheden

Cijferindicatie:

6: Scriptie voldoet aan minimumeisen casestudie. Weinig creativiteit en ersoonlijke inbreng, veel begeleiding nodig.
7: Alle hier vermelde aanwijzingen opgevolgd, duidelijk en consistent verhaal, zekere persoonlijke inbreng, inbreng docent in corrigeren concepten.
8: Eigen creativiteit, bijvoorbeeld bijdrage aan wetenschappelijk debat, grote mate van zelfstandigheid, complexiteit onderwerp, geringe correcties begeleider.
9: Grote mate creativiteit en originaliteit, uitstekende kwaliteit en eigen inbreng, zeer minimale begeleiding.
10: Zeer zelfstandig werken, uitstekende kwaliteit en eigen inbreng, nauwelijks tot geen begeleiding nodig, publicatiewaardig in vaktijdschrift.

NB1. Je eindcijfer is niet alleen, maar wel mede gebaseerd op het schrijfproces en de teksten die je tussendoor inlevert.

NB2. Ook halve cijfers zijn mogelijk.

Heb je naar aanleiding van het voorgaande nog vragen, laat het mij even weten.

Mijn e-mailadres is: (…)

Veel succes met het schrijven van je scriptie!

Met vriendelijke groet,

(…)

 

Download als PDF

Licentie

Icoon voor de Creative Commons Attribution-NonCommercial-ShareAlike 4.0 International License

Agile Mentoring Copyright © 2025 by Laura Peters is licensed under a Creative Commons Attribution-NonCommercial-ShareAlike 4.0 International License, except where otherwise noted.

Deel dit Boek