"

1. De conventionele begeleiding van academische scripties

Als universitair docent strafrecht heb ik de afgelopen jaren meer dan honderd academische scripties begeleid. Tegenwoordig studeren bijna al mijn scribenten binnen één semester met goed resultaat af. Dat was lange tijd echter niet zo.

Zo herinner ik mij nog goed mijn allereerste scriptiestudent: een ambitieuze jongen die onderzoek deed naar de Nederlandse kroongetuigenregeling. Ik was hooguit een jaar ouder dan hij en de inkt op mijn eigen masterbul was nog maar net droog. De rol van scriptiebegeleider was nieuw voor mij en ik had enkel het voorbeeld van mijn eigen, recente scriptietraject om op terug te vallen. Dat was overigens wel een heel positieve ervaring: mijn begeleider was een gerenommeerde professor van een oudere generatie met veel expertise op mijn onderzoeksthema. Hij begeleidde slechts een handvol scribenten. Hij had tijd, las snel en stuurde adequaat en constructief bij waar nodig. Maar wie was ik als scriptiebegeleider?

Ik had geen diepgaande kennis over de kroongetuigenregeling. Ik werkte aan een intensief promotieonderzoek over een ander onderwerp en ik gaf onderwijs over andere thema’s. Tijd om me grondig in te lezen in de complexe materie waar mijn student over schreef, had ik niet. Bovendien wist ik niet goed hoeveel feedback ik precies moest geven. Wat als mijn scribent een verkeerde afslag nam? En hoeveel taalfouten moest ik eigenlijk corrigeren? Deadlines stellen was niet gebruikelijk, dus ik wachtte steeds af wanneer hij weer een tekst stuurde. Uiteindelijk verdedigde hij zijn onderzoek met verve, maar vond de tweede beoordelaar dat hij bepaalde relevante literatuur onvoldoende had verwerkt. Ik rekende dat mezelf aan. Die allereerste begeleidingservaring kreeg daardoor toch een wat bittere nasmaak.

Naarmate ik meer scripties begeleidde, leerde ik beter grip te krijgen op het proces. Het tijdsverloop hielp daar ook wel bij: met elk studiejaar werd het leeftijdsverschil tussen mij en mijn scribenten groter, waardoor de begeleiding iets gemakkelijker werd. Toch hing het succes van een scriptie vaak vooral af van de student zelf. Binnen mijn Nijmeegse alma mater was het destijds gebruikelijk om onder het mom van academische vrijheid de volledige verantwoordelijkheid voor zowel inhoud als proces bij de student te leggen. Diezelfde benadering trof ik later ook aan binnen de Rijksuniversiteit Groningen, waar ik mijn loopbaan vanaf 2011 voortzette.

Het gevolg was dat sommige studenten in korte tijd afstudeerden met achten of negens, terwijl anderen na maanden van onderzoek met een krappe zes hun diploma ophaalden. Dit laatste liet me vaak met een gevoel van onvrede achter, vooral wanneer zo’n cijfer een grote tegenvaller voor de student bleek te zijn.

Naarmate het aantal studenten dat een beroep deed op mijn begeleiding toenam – en mijn tijd per student dus steeds beperkter werd – begon de kwaliteit van hun werk af te nemen. Ook raakte ik studenten halverwege het traject kwijt. Soms doken ze dan plotseling weer op en leverden ze tientallen pagina’s middelmatige teksten tegelijk in, vaak precies op momenten dat ik zelf belangrijke onderzoeksdeadlines had. Op het hoogtepunt begeleidde ik in één semester 21 studenten en liep ik vast.

Chaos on the desktop

Veel van mijn Groningse collega’s konden me op dat moment niet verder helpen; zij liepen vaak tegen hetzelfde probleem aan. Er was echter één collega, Caroline Fournet, die mij vertelde dat zij haar studenten elk jaar een harde einddeadline oplegde voor het inleveren van scripties. Dat werd destijds door anderen als wat tegendraads en weinig academisch gezien. Toch bleken haar studenten die deadline zonder problemen te respecteren en was haar bureau als enige tijdens het zomerreces vrijwel ‘scriptie-leeg’. Dat vond ik een interessant gegeven.

Mijn eigen ervaringen en die van mijn collega’s vormden voor mij toen de aanleiding om me te verdiepen in alternatieve werkprocessen voor de begeleiding van academische scripties. Brainstormsessies met mensen die werkzaam zijn in heel andere sectoren droegen in belangrijke mate bij aan de ontwikkeling van een nieuwe strategie voor een effectieve scriptiebegeleiding. Het resultaat daarvan presenteer ik in deze handleiding.

Divider

Dit werk is niet wetenschappelijk van aard en ook niet als zodanig bedoeld. Het is een praktische gids voor zowel ervaren als beginnende scriptiebegeleiders die niet zelf het wiel opnieuw behoeven uitvinden maar kunnen profiteren van de lessen die ik heb geleerd. Deze handleiding is daarmee ook niet gericht aan studenten. De focus ligt uitsluitend op de rol van de begeleider. Wel dient deze tekst hetzelfde doel als publicaties die zich richten op studenten, namelijk het versterken van het vaardighedenonderwijs. Hoewel het primair is geschreven voor de begeleiding van rechtswetenschappelijke scripties, is deze handleiding ook goed toepasbaar binnen andere universitaire en wellicht ook hbo-opleidingen.

Hierna ga ik in hoofdstuk 2 dieper in op het fenomeen ‘agile werken’ en de onderliggende kernwaarden en principes daarvan. Hoofdstuk 3 vertaalt dit concept naar de context van scriptiebegeleiding: agile mentoring. Hoofdstuk 4 biedt een praktisch stappenplan met checklists en handige te downloaden voorbeelddocumenten voor iedere fase van het begeleidingsproces. Tot slot geeft hoofdstuk 5 een samenvatting van de belangrijkste voordelen van deze werkwijze, gevolgd door enkele recensies

Om de leesbaarheid te bevorderen, is in deze tekst gekozen voor de mannelijke aanspreekvorm; hiermee worden hiermee alle genders bedoeld.

Licentie

Icoon voor de Creative Commons Attribution-NonCommercial-ShareAlike 4.0 International License

Agile Mentoring Copyright © 2025 by Laura Peters is licensed under a Creative Commons Attribution-NonCommercial-ShareAlike 4.0 International License, except where otherwise noted.

Deel dit Boek